Tuin columns Versicolor
Allerlei verrassende belevenissen in onze tuinen.
Lees de leukste verhalen van onze werkzaamheden en belevenissen in de Versicolor tuin.
- De lente komt eraan!
- Februari: plannen en bollen
- In de Wintertuin
- Vogelpret
- Snipperdagen in de tuin
- Sneeuwklokjes in de sneeuw
- Tuinvrouw in tijden van Corona-stress
- Compost, het zwarte goud....
- Oktoberlicht
- Snoeiweekend
- Op zoek naar nieuwe inspiratie
- Winter rust roest...
- Viva Italia !
- De bruine tuin...
- Durf te dromen !
- Alice in Wonderland....
- Naar een grote tuin
- Tussen Vogelbos en Vlinderkroeg
- Zonaanbidder
- Blij met klei
- Tuinbezoek
- Discriminatie in de tuin?
- Controlfreak
- Een eigen Keukenhofje…
- Droomtuinen...
- Allemaal aan de Allium!
- Onkruidvrije paden
- Mot met de Buxusmot….
- Knipbeurt voor Knotwilgen
Discriminatie in de tuin?
Ik geef het schoorvoetend toe; soms maak ook ík me schuldig aan discriminatie. In mijn geval gaat het zelden om mensen, die ik mijn dansschool in alle kleuren, soorten en maten ontmoet. Mijn ongelijke behandeling gaat over gras. Met gras heb ik een sterke haat -liefde verhouding.
Toen ik als jonge tuin-adept de cursus “Tuinarchitectuur” van een schriftelijke onderwijsinstelling volgde, werd ik terstond tegendraads toen ik allerlei formules las over “hoeveel procent van de tuin uit gazon moet bestaan” en dat “gras een rustgevende en dus noodzakelijke factor is in het ontwerp.”
‘Wat nou rustgevend?’, dacht de twintig-plus versie van mijzelf destijds, “saaaaaai zul je bedoelen ! Wég met al die grote grasvelden en gemillimeterde burgerlijke gazonnetjes...’ Die aversie kwam natuurlijk grotendeels voort uit mijn observatie, dat vele tuinen in Nederland destijds bestonden uit een groot gazon met slechts een smal randje planten en heesters aan de buitenrand er omheen. Mijn afkeer gold dus achteraf gezien meer de saaiheid der Nederlandse achtertuin en niet het grassprietje op zich.
Natuurlijk ontdekte ik al tuin-tekenend snel genoeg, dat gazons bijdragen aan een ruimtelijk effect en dat mijn weelderige borders soms een altijdgroene tegenhanger nodig hadden om goed tot hun recht te komen.
Maar, los daarvan, óók met vijvers en zandsteen- of grindvlakken kon je die ruimte scheppen! Bovendien hoefde je daarbij niet elke maand met zakken mest te sjouwen, niet iedere 3-4 dagen het gras te maaien, niet te sproeien bij droogte en geen blad te harken in de herfst. Want laten we wel zijn, ondanks de gemakken van een accumaaier met opvangbak, is gras maaien niet echt een creatief tuinkarwei .
En toen was er de gedenkwaardige dag dat ik kennismaakte met het fenomeen ‘siergras’. Bij bezoeken aan de tuinen Oudolf werden mijn groene vingers niet alleen geprikkeld door een prachtig assortiment vaste planten, maar gingen ze ook onbedwingbaar jeuken van al die geweldige, grote en stoere grassen. Miscanthussen van anderhalf tot twee meter hoog kwamen als eersten onze tuin in Lutjewinkel voorzien van een natuurlijke ‘wave’. Prachtig toepasbaar in het groene en waterrijke polderlandschap! Deinend in de stevige Noord-Hollandse wind en in de nazomer vrolijk wapperend met talloze zilveren kwastjes.
Daarna opende ik mijn hart en tuin in volle overgave voor het fenomeen siergras; ik ontdekte de stevige Deschampsia “Goldschleier”met haar goudkleurige pluimen en zag hoe die parelden van dauwdruppels op een vroege, mistige ochtend. Calamagrostis acutiflora “Overdam” werd een goede vriendin van me, die in onze tuin een opvallende rol kreeg toebedeeld met haar subtiel wit-bonte smalle blad. Als zij later in het seizoen topzwaar wordt van de bloeiaren, binden we die met henneptouw bijeen tot schattige ‘’schoofjes”.
Zo bevolken inmiddels vele grassoorten de tuin.
Panicum virgatum gaat in het najaar prachtig blozen met een roodtint. Molinia’s prikken parmantig hun dunne sprieten tussen de vaste planten omhoog. Pennisetums leven kort op onze kleigrond, maar komen dan vaak in de nazomer in potten tussen de bolchrysanten logeren.
Siergrassen gooien hun aren omhoog naar de blauwe lucht op zonnige dagen. Ze wuiven sierlijk mee in de maat van een briesje of zwiepen woest heen-en-weer op stormachtige dagen. Ze tooien zich in een strenge winter met bling-bling van rijp of mutsjes van sneeuw en vervelen nooit. Een mooie combinatie vormen de grassen met de talloze tinten Hemerocallis in onze Daglelietuin. Als de snoepkraam-kleuren van de Daglelies vervagen en hun bloeitijd eindigt, nemen de grassen in dit tuindeel de hoofdrol over. Helemaal trendy , als een ‘prairietuin’ op de klei.
Hebben wij daarnaast geen gazons in de tuin? Ja natuurlijk wel, maar nog steeds met mate toegepast. Er is een heerlijk graspad waarover je bij het wandelen wordt omringd door een haag van Hortensia ‘Annabelle” . Alle tinten - van spierwit tot ecru- in onze White Garden komen nu eenmaal het mooiste uit tegen een strakgroen gazon. Ook bij de vijver ligt een rond grasveld waar je heerlijk kunt zonnebaden, terwijl je gluurt naar kwakende kikkers, overscherende libellen en ander vijverleven. En absoluut waar : bijna niets ruikt zo lekker als vers gemaaid gras in de lente.
Dus misschien moet de veertig-plus versie van mijzelf toch maar eens gaan overwegen om er een gazonnetje bij te maken?
Door Marianne